De geestelijk vader van Maarten Koning is Anton Beerta, zijn mentor en leermeester bij het ministerie van Algemene Zaken. Beerta is een gerespecteerd ambtenaar met een groot intellect en een scherpe geest. Hij is een autoriteit op het gebied van het staatsrecht en de bureaucratie.
JJ Voskuil
Beerta is een belangrijke invloed op Maarten’s ontwikkeling. Hij leert Maarten alles wat hij moet weten over het ambtenarenvak, maar hij vormt ook zijn politieke en maatschappelijke overtuigingen. Beerta is een overtuigd democrat en een groot voorstander van de rechtsstaat. Hij leert Maarten om kritisch te denken en om zich in te zetten voor een rechtvaardige samenleving.
Maarten heeft een complexe relatie met Beerta. Hij ziet hem als een vaderfiguur, maar hij is ook kritisch over zijn manier van denken. Maarten is een idealist en hij wil de wereld veranderen. Beerta is een realist en hij weet dat de wereld niet perfect is.
Aan het einde van de romancyclus Het Bureau is Maarten een volwassen man geworden. Hij heeft zijn eigen weg gevonden in de wereld en hij is niet langer afhankelijk van Beerta. Maarten heeft Beerta dankbaar voor alles wat hij hem heeft geleerd, maar hij is ook klaar om zijn eigen pad te volgen.
In een interview met de Volkskrant zei J.J. Voskuil, de auteur van Het Bureau, dat Beerta gebaseerd is op een aantal mensen die hij in zijn leven heeft ontmoet. Beerta is een samensmelting van verschillende eigenschappen en ervaringen. Maar Voskuil zei ook dat Beerta een fictief personage is. Hij is niet gebaseerd op een enkele persoon, maar op een type ambtenaar dat hij in zijn tijd heeft meegemaakt.