De vuurwerkramp in Enschede vond plaats op 13 mei 2000 in de wijk Roombeek. De wijk was gelegen aan de noordkant van de binnenstad van Enschede en had een rijke textielhistorie. Veel textielfabrieken vestigden zich hier in de 19e en 20e eeuw vanwege de gunstige ligging aan het spoor. In de hoogtijdagen van de textielindustrie was Enschede, na Manchester, de grootste textielstad van de wereld.
De vuurwerkramp ontstond in een opslagruimte van het bedrijf S.E. Fireworks aan de Hengelosestraat in Roombeek. De opslagruimte was niet goed beveiligd en het vuurwerk was niet goed opgeslagen. Door een onbekende oorzaak ontstond er brand in de opslagruimte, die uiteindelijk leidde tot een explosie.
De explosie verwoestte een groot deel van de wijk Roombeek. Tweehonderd woningen werden volledig verwoest; circa 1500 woningen buiten de wijk en circa 500 omliggende bedrijven raakten zwaar beschadigd; 1250 mensen raakten dakloos. Er vielen 23 doden, onder wie 4 brandweermannen, en ongeveer 950 mensen raakten gewond.
De wederopbouw van Roombeek was een lang en complex proces. De gemeente Enschede koos ervoor om de wijk te herbouwen met respect voor de geschiedenis en de identiteit van de wijk. Veel gebouwen die de vuurwerkramp hadden overleefd, mochten niet gesloopt worden, de straten moesten zo lopen als vroeger en alle bomen die in de wijk waren blijven staan, mochten niet gekapt worden.
De wederopbouw van Roombeek is nu grotendeels voltooid. De wijk is een moderne wijk met een mix van wonen, werken en cultuur. Er zijn veel nieuwe woningen gebouwd, maar er zijn ook veel oude gebouwen behouden. De wijk is nu een levendige en diverse wijk waar mensen van alle leeftijden en achtergronden wonen.
De vuurwerkramp in Enschede was een tragische gebeurtenis die een grote impact had op de stad en haar inwoners. De wederopbouw van Roombeek is een voorbeeld van hoe een gemeenschap zich kan herstellen van een ramp.