De leeftijd waarop kinderen in Sinterklaas geloven, varieert van kind tot kind. De meeste kinderen beginnen rond hun zesde jaar te twijfelen aan het bestaan van Sinterklaas. Dit komt doordat ze op deze leeftijd steeds kritischer worden en beginnen na te denken over de logica van het Sinterklaasverhaal.
Sommige kinderen geloven echter nog langer in Sinterklaas. Dit komt vaak doordat ze in een omgeving leven waarin Sinterklaas nog volop wordt gevierd. Op veel basisscholen wordt Sinterklaas nog steeds gevierd met Sinterklaasfeesten, lootjestrekken en surprises. Ook in de media wordt Sinterklaas nog veelvuldig aangehaald, bijvoorbeeld in Sinterklaasfilms en -liedjes.
Uit onderzoek blijkt dat de leeftijd waarop kinderen in Sinterklaas geloven de laatste jaren aan het verschuiven is. Vroeger geloofden kinderen vaak tot hun negende of tiende jaar in Sinterklaas. Nu weten de meeste kinderen rond hun zesde jaar dat Sinterklaas niet bestaat.
Er zijn een aantal factoren die de leeftijd waarop kinderen in Sinterklaas geloven kunnen beïnvloeden. Zo spelen het fantasievermogen van het kind, de opvoeding en de omgeving een rol. Kinderen met een goed ontwikkeld fantasievermogen zijn vaak langer in staat om in Sinterklaas te geloven. Ook kinderen die in een omgeving leven waarin Sinterklaas nog volop wordt gevierd, zijn vaak langer in staat om in Sinterklaas te geloven.
Als je kind begint te twijfelen aan het bestaan van Sinterklaas, is het belangrijk om hier open en eerlijk over te praten. Je kunt je kind uitleggen dat het heel normaal is om te twijfelen en dat het aan elk kind zelf is om te bepalen of hij of zij in Sinterklaas gelooft.