Lichtstralen worden door een stof op drie manieren opgenomen: reflectie, absorptie en transmissie.
Reflectie is het proces waarbij lichtstralen terug worden gereflecteerd door een oppervlak. Dit gebeurt wanneer de lichtstralen niet in dezelfde richting voortbewegen als de atomen of moleculen in het oppervlak. De hoeveelheid licht die wordt gereflecteerd, hangt af van de eigenschappen van het oppervlak.
Absorptie is het proces waarbij lichtstralen door een stof worden opgenomen. Dit gebeurt wanneer de lichtstralen energie afgeven aan de atomen of moleculen in de stof. De hoeveelheid licht die wordt geabsorbeerd, hangt af van de golflengte van het licht en de eigenschappen van de stof.
Transmissie is het proces waarbij lichtstralen door een stof worden heengelaten. Dit gebeurt wanneer de lichtstralen niet in botsing komen met de atomen of moleculen in de stof. De hoeveelheid licht die wordt doorgelaten, hangt af van de golflengte van het licht en de eigenschappen van de stof.
De hoeveelheid licht die door een stof wordt opgenomen, hangt af van de volgende factoren:
- De golflengte van het licht: Licht met een korte golflengte, zoals ultraviolet licht, wordt gemakkelijker geabsorbeerd dan licht met een lange golflengte, zoals infrarood licht.
- De eigenschappen van de stof: Stoffen met een hoge dichtheid of een hoge atoommassa absorberen meer licht dan stoffen met een lage dichtheid of een lage atoommassa.
De absorptie van licht wordt gebruikt in veel toepassingen, zoals:
- Kleur: De kleur van een stof wordt bepaald door de golflengten van het licht die worden geabsorbeerd.
- Verwarming: Licht dat wordt geabsorbeerd, wordt omgezet in warmte. Dit wordt gebruikt in zonnepanelen en in zonnecollectoren.
- Analyse: De absorptie van licht kan worden gebruikt om de samenstelling van een stof te bepalen.