In de natuurkunde heet het opnemen van lichtstralen door een stof absorptie. Absorptie is een proces waarbij energie wordt opgenomen door een stof. In het geval van lichtstralen wordt de energie van het licht door de stof omgezet in andere vormen van energie, zoals warmte of chemische energie.
De mate waarin een stof licht absorbeert, hangt af van de golflengte van het licht. Stoffen met een hoge absorptie voor bepaalde golflengten lijken voor die golflengten donker. Dit komt omdat het licht door de stof wordt geabsorbeerd en niet meer terug wordt uitgestraald.
Absorptie wordt gebruikt in veel toepassingen, zoals:
- Kleur – De kleur van een object wordt bepaald door de golflengten van het licht die het object absorbeert. Objecten die alle golflengten van het licht absorberen, lijken zwart. Objecten die alleen bepaalde golflengten van het licht absorberen, lijken voor die golflengten de kleur van het niet-geabsorbeerde licht.
- Thermografie – Thermografie is een techniek waarbij gebruik wordt gemaakt van de absorptie van infrarood licht om de temperatuur van objecten te meten.
- Spectroscopie – Spectroscopie is een techniek waarbij gebruik wordt gemaakt van de absorptie van licht om de samenstelling van een stof te bepalen.
Een voorbeeld van absorptie in de natuur is de kleur van bladeren. Bladeren absorberen alle golflengten van het licht, behalve de groene golflengten. De groene golflengten worden teruggekaatst, waardoor bladeren groen lijken.