Hij Gaf Toe Dat Het Geen Vreemde Was
Hij Gaf Toe Dat Het Geen Vreemde Was Op een regenachtige avond liep hij door de verlaten straten van de stad, zijn gedachten verloren in een doolhof van herinneringen. Plotseling voelde hij een bekend gevoel van onrust en spanning, alsof er iemand hem volgde. Met een ruk draaide hij zich om en keek recht in de ogen van een vreemdeling. Maar toen de vreemdeling hem aansprak, gaf hij toe dat het geen vreemde was, maar iemand die hij maar al te goed kende. Hun ontmoeting zou zijn leven voorgoed veranderen.
Antwoorden Hij Gaf Toe Dat Het Geen Vreemde Was
Hij Gaf Toe Dat Het Geen Vreemde Was
In de bevestiging van zijn vermoeden, gaf hij toe dat het geen vreemde was. Het gevoel van herkenning en vertrouwdheid overviel hem, waardoor hij besefte dat de connectie die hij voelde niet zomaar uit de lucht gegrepen was. Het was een geruststellende gedachte dat het geen vreemde was, maar juist iemand die hij al kende en waar hij zich comfortabel bij voelde.