De geestelijke vader van Maarten Koning is Anton Beerta, de directeur van het Rijksbureau voor Onderzoek der Bestuurswetenschappen (RBO) waar Maarten werkt. Beerta is een charismatische en intellectuele man die Maarten inspireert en zijn carrière in gang zet. Hij is een voorbeeld voor Maarten, zowel op persoonlijk als professioneel vlak.
Beerta is een man van principes en overtuigingen. Hij gelooft in de kracht van wetenschap en onderzoek om de samenleving te verbeteren. Hij is ook een man van de praktijk en streeft ernaar om zijn onderzoek toe te passen in de echte wereld.
JJ Voskuil
Maarten is aanvankelijk een bewonderaar van Beerta, maar hij komt er later achter dat Beerta niet altijd is wat hij lijkt. Beerta kan manipulatief en egoïstisch zijn en hij is niet altijd bereid om zijn principes opzij te zetten voor het algemeen belang.
Ondanks de gebreken van Beerta blijft Maarten hem respecteren. Beerta heeft een blijvende invloed op Maartens leven en carrière. Hij helpt Maarten om zijn eigen idealen te ontwikkelen en om een betere wereld te creëren.
In de romancyclus Het Bureau wordt Beerta geportretteerd door J.J. Voskuil als een complex en ambivalent personage. Hij is een man van grote intelligentie en charisma, maar hij is ook een man met fouten en gebreken. Beerta is een spiegel voor Maarten, die ook een complexe en ambivalente persoonlijkheid is.
De relatie tussen Beerta en Maarten is een centrale thema in Het Bureau. Het is een verhaal over de zoektocht naar een mentor, over de idealen van wetenschap en onderzoek, en over de uitdagingen van het volwassen worden.